Als je tussen de dertig en zestig jaar bent, krijg je elke vijf jaar een oproep om een uitstrijkje te laten maken. Gelukkig is de uitslag meestal goed. Maar wat als het mis is? Wij geven antwoorden op belangrijkste vragen.
Pap is een afkorting van de naam Papanicolaou, een Griekse arts die de indeling van de uitslagen van uitstrijkjes maakte. Sommige artsen werken met een andere preciezere indeling: de Kopac uitslag. Als je je een Pap- of Kopac uitslag krijgt, vraag dan altijd aan je arts wat die uitslag in jouw geval betekent en wat er nu gaat gebeuren.
Zo'n 75 procent van de vrouwen krijgt in haar leven te maken met een afwijkende uitslag. en dat is best veel. Als je zo'n uitslag krijgt. roept dat vragen op. Bovendien schrik je er waarschijnlijk flink van. Alleen al omdat je wordt doorgestuurd naar een gynaecoloog voor nader onderzoek, terwijl je meestal helemaal geen klachten hebt.
Vaak zijn vrouwen bang dat ze misschien baarmoederhalskanker hebben als hun uitstrijkje niet goed is. In Nederland sterven per 100.000 vrouwen ongeveer 3 vrouwen aan baarmoederhalskanker: met ongeveer 0,003 procent is dat niet veel te noemen. We! is baarmoederhalskanker een heel nare ziekte. waarbij de kans groot is dat je je baarmoeder en eierstokken kwijtraakt, met alle gevolgen van dien. Zo raak je in de overgang als je eierstokken worden verwijderd. Het is dus niet voor niets dat vrouwen elke 5 jaar via het bevolkingsonderzoek opgeroepen worden om een uitstrijkje te laten maken. Baarmoederhalskanker komt het meest voor bij vrouwen die niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek en zich dus niet regelmatig laten controleren. Het is dus aan te raden om dat uitstrijkje te laten maken. Des te groter is de kans dat je er op tijd bij bent als er wel iets aan de hand is.
Een afwijkende uitslag kan loos alarm zijn. De uitslag van een uitstrijkje wordt uitgedrukt in cijfers. Pap 1 is een goede, normale uitslag. Bij Pap 2 tot en met Pap 5 kan er iets aan de hand zijn: van een onschuldige irritatie of infectie tot onrustige cellen, een voorstadium van baarmoederhalskanker, of toch baarmoederhalskanker. Als je een afwijkende uitslag krijgt, onderzoekt een gynaecoloog eerst hoe het weefsel in je baarmoederhals eruitziet. Dat doet de gynaecoloog door nauwkeurig de baarmoedermond te bekijken, en soms ook door een biopt te nemen. Hij of zij neemt dan een klein stukje weefsel -weg, waarvan de cellen onder een microscoop worden onderzocht. Van zo'n biopt voel je weinig tot niets. Bij de helft van de vrouwen met een Pap-uitslag tot en met 3a wordt in het weefsel geen voorstadium van baarmoederhalskanker gevonden. Soms blijkt het een irritatie van de baarmoederhals te zijn, veroorzaakt door een schimmelinfectie of -als je ook last hebt van bloedverlies na het vrijen - chlamydia. Beide zijn te bestrijden met een vaginaal tablet of antibiotica. Meestal moet je na 6 maanden terugkomen voor een nieuw uitstrijkje, om te controleren of je lichaam de afwijkende cellen zelf heeft opgeruimd. Als dat zo is, kun je met een gerust hart 5 jaar wachten tot je de volgende oproep voor een uitstrijkje krijgt. Mocht dat niet zo zijn. dan wordt het kijkonderzoek herhaald.
Niet echt. Het enige wat je kunt doen is zorgen voor een goede weerstand. Eet gezond, rook niet, drink alcohol met mate en beweeg voldoende. Een voorstadium is goed te behandelen.
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen. Het duurt namelijk 10 tot 15 jaar voordat er een kans van 50 procent bestaat dat de onrustige cellen zich ontwikkelen tot baarmoederhalskanker. Om een voorstadium van baarmoederhalskanker te behandelen, wordt het weefsel met de onrustige cellen onder plaatselijke verdoving 'weggeschild' van de baarmoedermond. Deze ingreep gebeurt met een warme draad. duurt 10 minuten en heet een lisexcisie. Het weefsel wordt vervolgens microscopisch onderzocht om uit te sluiten dat er in de diepere laagjes meer onrustige cellen zitten. Een baarmoederhals is ongeveer 4 centimeter lang. de gynaecoloog haait daar zo'n 2 tot 3 millimeter aan weefsel van weg. Na een lisexcisie kun je gewoon zwanger worden. De kans is bovendien groot dat je na de ingreep alleen nog maar uitstrijkjes krijgt met een normale, dus Pap 1-uitslag.
Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een besmetting met het HPV-virus. dat je oploopt door seksueel contact. Je zou dus kunnen zeggen dat seks baarmoederhalskanker veroorzaakt. Condooms helpen besmetting voor 70 procent tegen te gaan. Zo'n 80 tot 90 procent- van alle mensen draagt het HPV-virus in een of meer varianten bij zich. Niet alle varianten van het HPV-virus zijn gevaarlijk. slechts een klein aantal ervan verhoogt het risico op baarmoederhalskanker. Bij vee! vrouwen wordt het virus door he: lichaam vanzelf 'opgeruimd'. maar sommigen blijven hot bij zich dragen. Dan kan het bij 3 procent leiden tot een voorstadium van kanker. Omdat het virus via seks wordt overgedragen, denken vrouwen soms dat het HPV-virus een soa is en vragen ze zich af of hun partner is vreemdgegaan. Begrijpelijk. maar niet nodig. Het virus is namelijk geen soa. En omdat HPV-ontstekingen zo vaak voorkomen. twijfelen sommige artsen of het virus ook echt alleen door seks wordt overgedragen. Bovendien hebben niet alle vrouwen met een afwijkend uitstrijkje het HPV-virus in hun bloed.
Er zijn meer dan 100 varianten van het HPV-virus, 12 ervan kunnen kanker veroorzaken, De HPV-vaccinatie beschermt tegen 2 varianten die samen 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaken. Wie gevaccineerd is. heeft op latere leeftijd een veel kleinere kans op baarmoederhalskanker. De rijksoverheid biedt meisjes van 13 sinds 2009 de gelegenheid zich te laten inenten tegen deze 2 types van het HPV-virus. Omdat het vaccinatieprogramma nog zo kortgeleden is begonnen, zijn de precieze cijfers over de afname van gevallen van baarmoederhalskanker nog niet bekend.
WHC Amsterdam is een zelfstandig behandelcentrum in Amsterdam met de focus op vrouwenzorg. Wij ondersteunen, behandelen en helpen een groot aantal vrouwen in de regio Amsterdam met klachten en problemen op het gebied van vrouwenzorg. Wilt u een afspraak maken met één van onze specialisten of wilt u meer weten? U kunt ons bereiken via 020 6420 229 of gebruik maken van ons contactformulier.