Cervixafwijkingen zijn afwijkingen aan de baarmoederhals. Hieronder valt ook baarmoederhalskanker. Om dit vroegtijdig te kunnen ontdekken hebben we het bevolkingsonderzoek. Een dergelijk onderzoek vindt periodiek plaats (een maal per vijf jaar bij het bevolkingsonderzoek), bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar oud. Jaarlijks wordt er op deze manier bij 1.200 vrouwen baarmoederhalskanker of een vroegtijdige vorm hiervan , geconstateerd. Baarmoederhals kanker of cervix carcinoom staat op de derde plaats van veel voorkomende vormen van kanker bij de vrouw
Bij het onderzoek, wordt een uitstrijkje (afname van cellen) gemaakt van de baarmoederhals. De verkregen cellen worden doorgestuurd naar het cytologisch laboratorium en worden nauwkeurig onder vergroting onderzocht.
Hieronder vindt u een informatie filmpje van het RIVM over het maken van een uitstrijkje (cytologisch onedrzoek). In het Women's Healthcare Center wordt het uitstrijkje door de gynaecoloog gemaakt.
De celllen verkregen bij het afnemen van het uitstrijkje wordt na bewerking onder de microscoop geplaatst en beoordeeld op basis van de PAP classificering. PAP staat voor Papanicolaou , de gynaecoloog, die deze methode heeft uitgevonden. De PAP classificering bestaat uit 5 stadia. Wanneer het uitstrijkje geheel normaal is, krijgt het een classificatie 1. Bij PAP 2 is sprake van een minimale afwijking en moet het onderzoek na 6 maanden worden herhaald.Vanaf PAP 3, is het van belang dat er extra aandacht en zonodig uitgebreider onderzoek wordt gedaan. Wat voor onderzoek er moet gebeuren wordt door de gynaecoloog samen met de patholoog anatoom bepaald. Uiteraard worden de bevindingen eerst uitvoerig met de vrouw besproken , daarna wordt uitleg gegeven over de nodige onderzoeken.
Bij afwijkende uitstrijk is erin de meeste gevallen sprake van een infectie met HPV (Humane Papilloma Virus). Bepaling van de aanwezigheid van HPV virus in de baarmoederhals is dan ook heel belangrijk.
-In een begin stadium van baarmoederhalsafwijkingen heeft u weinig tot geen symptomen. Eerste aanwijzingen kunnen zijn :
Bij gevorderde stadia kunnen de bovengenoemde klachten meer ernstige vormen aannemen.
Bij een afwijkende uitstrijk zal de gynaecoloog een colposcopie uitvoeren. Tijdens dit onderzoek wordt een soort microscoop gebruikt om de baarmoederhals duidelijk in beeld te krijgen. Afwijkingen en/of onregelmatigheden aan de baarmoederhals kunnen vergroot en duidelijker in beeld worden gebracht.
Indien nodig, wordt hierbij een biopsie afgenomen. Bij een biopsie wordt een kleine hoeveelheid weefsel afgenomen dat door een patholoog- anatoom uitgebreid wordt onderzocht op de aanwezigheid van afwijkende cellen.
Blijkt bij colposcopie en biopsie dat er inderdaad sprake is van afwijkende cellen , dan worden de mogelijkheden van behandeling uitvoerig met de vrouw besproken. Het advies kan afhankelijk van de bevindingen varieren van afwachten en na een tijd herhalen van het uitstrijkje tot lisexcisie .
Tijdens een lisexcisie verwijdert de gynaecoloog een laagje van de baarmoederals op de plaats waar de afwijkende cellen zijn gevonden. Dit gebeurt met een klein dun metalen lisje dat elektrisch wordt verhit. Nadat de afwijkende cellen zijn weggehaald, ontwikkelen zich binnen korte tijd nieuwe, gezonde cellen op de plek van de ingreep. Lisexcisie vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving.
Na een lisexcisie wordt het uitstrijkje ter controle na een halfjaar, een jaar en twee jaar herhaald. Daarna kunt u als de resultaten goed zijn gewoon weer deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Bij meer dan 90% van de gevallen blijkt het uitstrijkje na een behandeling weer normaal te zijn nl. PAP 1.
Meer weten over cervixafwijkingen, de behandeling ervan of heeft u vragen? Women’s Healthcare Center in Amsterdam helpt u graag verder. Wij zijn een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) voor gynaecologie, urologie en radiologie. U kunt ons bereiken op 020 64 20 229 of gebruik maken van ons contactformulier.